Dat is typisch KlokGroep

De lat hoog leggen: dat is typisch KlokGroep. Als je het doet, doe het dan goed. Met de publicatie van de visie ‘Boven het Maaiveld’ liet het bestuur eind 2023 publiekelijk weten, dat de duurzaamheidsambities van de groep daarop geen uitzondering vormen.

KlokGroep gaat verder dan wat er wettelijk wordt gevraagd. Duurzaamheidsmanager Thijs Pleijhuis en duurzaamheidsrapporteur Robin Kuners of Koenders zijn daar natuurlijk blij mee, maar het mag allemaal nog wel een tandje sneller, vinden ze. Op de roadmap naar de te behalen doelstellingen worden daarom stevige ankerpunten uitgezet. Hoe de politieke wind ook waait, KlokGroep houdt koers.

Het is best snel gegaan, zien Thijs en Robin, de duurzaamheidsexperts van KlokGroep. Tien jaar geleden bestond het overheersende beeld in de bouwwereld immers nog uit de sigarenrokende aannemers, die in ronkende dieselauto’s over de snelweg scheurden, op weg naar de volgende plek waar ze beton konden gaan storten. Wat was bij KlokGroep eigenlijk het omslagpunt? Wanneer viel het kwartje? Thijs: “Het kwartje is nog steeds aan het vallen, eigenlijk. We zijn natuurlijk heel trots op ‘Boven het Maaiveld’ (Zie pagina 36) en de hoge eisen die we daarmee vooral aan onszelf stellen, maar het is nog best lastig om de ambities overal in de organisatie en in elk project te laten landen. We hebben het ook niet in elk project zelf voor het zeggen. We kunnen dan wel heel veel willen op duurzaamheidsgebied, maar corporaties en beleggers willen of kunnen er niet altijd voor betalen.”


De urgentie is de drive

Is duurzaamheid bij Robin en Thijs wel een driver of aanjager? Nou zeker, vinden de mannen. Maar dan een drive die vooral ook voortkomt uit het zien van de urgentie. Robin: “Een duurzamere economie, waarin maatschappelijke waarde meer en beter wordt gewaardeerd ten opzichte van de harde euro’s, is nodig om de kloof tussen arm en rijk te dichten, om de kinderen van onze kinderen nog een goede en gelijkwaardige start te kunnen geven. Bovendien heeft Europa duurzaamheid nodig als onderscheidend vermogen op het wereldtoneel, om mee te kunnen blijven doen in de voorhoede.”

En welk perspectief je ook kiest, concluderen de mannen,
dat van de concurrentiepositie of van de eerlijke,
gezonde wereld: er is háást bij.


Duurzaamheidsnetwerk

Thijs begon met een dag per week duurzaamheid, naast zijn andere werk. Inmiddels zijn het allang vijf dagen per week en slingert duurzaamheid zich door de hele organisatie. Robin is erbij gekomen om de CSRDopgave te tackelen – de duurzaamheidsrapportage - een hele klus erbij. Elke werkmaatschappij heeft eigen klimaatambassadeurs, die de kennisstokjes vanuit KlokGroep doorgeven in de eigen organisaties en andersom. Zo vindt er gezonde uitwisseling plaats. Thijs: “Maar als ik zou zeggen dat we er al zijn, dan zou ik op zoek moeten naar een andere baan. We zijn onderweg, maar er moet nog heel veel gebeuren. We zijn bovendien in hoge mate afhankelijk van de politiek, de wetgeving. En die werkt op dit moment niet erg mee, als het over duurzaamheid gaat.”


Uitproberen op eigen grond

Wat wel heel erg helpt in het versnellen en veroveren van een koploperspositie in duurzaamheid, zien Robin en Thijs, is het feit dat KlokGroep een familiebedrijf is. Niet alles hoeft in de projecten meteen te worden terugverdiend. Daardoor zijn er meer mogelijkheden om lef te tonen, om te investeren in proefprojecten, experimenten en de duurzame kennis: de kennisvoorsprong voor de business van morgen. En dat gebeurt ook. In Wijchen bijvoorbeeld, waar een pilot wordt gestart om een nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein volledig onafhankelijk te maken van het publieke elektriciteitsnet – en zo veel mogelijk te laten draaien op eigen, groene stroom. Zo hoopt KlokGroep niet alleen een goede, kansrijke propositie te ontwikkelen voor deze én andere ontwikkellocaties, maar krijgt de energietransitie ook een hele forse, groene impuls. Een vergelijkbare win-win situatie is de beslissing om één van de ontwikkellocaties in te zetten voor het verbouwen van stro, maar liefst vijf hectare. Thijs: “Die grond ligt nu toch niets te doen. We zijn nu aan het uitzoeken welke partners we nodig hebben om stro te gaan verbouwen en in te zetten als isolatiemateriaal, in onze eigen conceptwoningen. Nee, we weten nog niet of dat een goede business case gaat opleveren. Eerst maar eens doen – en leren.”


Zes superduurzame proefwoningen

Ook een mooi staaltje durven en doen: de ontwikkeling van de woning van de toekomst. Thijs: “We zijn nu bezig, met een heel team, met de ontwikkeling van zes conceptwoningen, waarin op duurzaamheidsgebied alles wordt getest en uitgeprobeerd wat we maar kunnen bedenken. Op het gebied van groene energie en nieuwe, biobased materialen, maar ook het terugdringen van materiaalgebruik en installaties door de toepassing van passief-wonen principes en zelfs systemen voor hergebruik van water in woningen, in antwoord op de groeiende drinkwaterproblematiek. De pilot-woningen worden nu ontwikkeld en in 2026 gebouwd, op één van onze eigen plots. We gaan kijken hoe we in 2040 idealiter willen bouwen, hoe we daar het beste kunnen komen en wat we nu al kunnen meenemen in onze conceptwoningen.”


Eigen koers

De wil is er. Het stokt op dit moment vooral in de wetgeving, vinden Thijs en Robin. Er worden warrige, onsamenhangende keuzes gemaakt, bij gebrek aan langetermijnvisie. De certificering van nieuwe materialen duurt eindeloos. Volgens Bouwbesluit bouwen betekent dat verwarmingsinstallaties een enorme capaciteit moeten hebben – veel te hoog voor de meeste dagen van het jaar. Robin en Thijs zijn blij, dat KlokGroep daar de oren niet naar laat hangen, maar een heldere, eigen koers kiest. De strategische keuze voor de grote aantallen is daarin een belangrijke. Duurzame innovaties moeten het liefst opschaalbaar zijn, want zo zorgen ze voor meer efficiency, betaalbaarheid en meer impact. Een andere strategische keuze is, dat KlokGroep geen eigen fabrieken wil hebben of bouwen – op de kozijnfabriek van Adriaan van Erk na dan. Thijs: “We willen toe naar 70% conceptuele woningbouw, maar willen daarin wel wendbaar blijven. Wij maken onze conceptwoningen dus liever met de ketenpartners, die in hun vakgebied óók vooroplopen, die aantoonbaar hoge duurzaamheidsprestaties leveren.”


Meetbaar beter zijn

Wat een aardig bruggetje is naar de verslaglegging en het beleid dat daarvoor nodig is; het werkveld van Robin. In samenwerking met de hele organisatie en de klanten zijn om te beginnen de definities vastgesteld van de thema’s, waarover moet worden gerapporteerd. Want dat is tot nu toe het grootste euvel, ziet Robin: “Er is heel veel spraakverwarring. De één verstaat onder biodiversiteit vooral de veelheid aan soorten, de andere heeft het vooral over natuurgebieden en ecosystemen. Wat meet je nu precies, waar rapporteer je over, waar liggen de grenzen van elk thema en welke data heb je dan vanuit je organisatie nodig? De definities van de thema’s staan inmiddels vast. De volgende stap is: hoe gaan we de resultaten kwantificeren, meetbaar maken – en welke data hebben we daar dan voor nodig?”


Echte keuzes, geen groenwasserij

Het CSRD-vraagstuk zorgt voor een goede focus en heldere strategische keuzes, ziet Thijs: “We zien het als een sturingsmiddel: in welke richting willen we ons ontwikkelen, hoe maken we impact en wat hebben we daar voor nodig? Dat gaat verder dan ‘een beetje duurzaam zijn’. We zijn niet geïnteresseerd in greenwashing, we willen meetbaar het verschil maken.” Dat maakt het ook zo teleurstellend dat de CSRD-richtlijn wordt uitgesteld. Robin: “We doen al heel veel op het gebied van bijvoorbeeld ecologie, klimaatadaptie en houtbouw. Maar we zijn er niet goed in om dat uit te dragen. Dus dat staat ook nog wel op het wensenlijstje, ja.”


Robin Thijs
Nieuwsoverzicht
Deel dit verhaal